Irma

Morgen is het oorlog. We weten het allemaal. We stevenen erop af en er is eigenlijk niks meer tegen te beginnen. Partijen doen alsof wat ze verkondigen ertoe doet, maar dat is niet zo. Nee, natuurlijk niet. Het zijn futiliteiten. Ook in Duitsland is voor het eerst sinds lange tijd een extreem rechtse partij het parlement in verkozen. Game over. Als Duitsland met haar diepe geheugen zelfs naar daar kan verschuiven, dan weet je dat deze enorme beweging een lawine is die alle goede bedoelingen, alle andere meningen zal overspoelen. Dit is onze Irma.

Kim Jong-un zit op het tipje van zijn stoeltje, hij is ons kotsbeu. Onze pretentieuze, Westerse democratie. Ook hij heeft een punt, ergens, diep in zijn waanzinnige raaskallerij verscholen. Zelfs een Kim Jong-un kan niet bestaan zonder onze vrijheid. Zijn dictatuur, zijn tirannieke heerschappij en gedachten, kunnen niet bestaan zonder onze humanistische ideologieën en progressieve (of denken wij dat maar?) levensstijl. Ook wij hebben dit gedaan en het is zinloos om te doen alsof wij dit nog zouden kunnen stoppen. We zijn als een ladder, allemaal treden tussenin maar vooral twee grote zijpalen die het geheel in stand houden. Zonder de rechtse, of de andere, linkse paal, kunnen de treden nooit blijven hangen; zij worden aan weerszijden ondersteund door twee extremen en dat is de wereld nu eenmaal.
Maar als beide palen te ver uit elkaar gedreven raken, als de treden niet stevig genoeg meer zijn om alles bij elkaar te houden, dan valt de hele ladder uit elkaar. Dan is het oorlog en kan niemand meer naar boven klimmen en zich verheffen.

Maar er is ook wel hoop. Veel, en mooie hoop. De kinderen die nu geboren worden, die zullen een harde jeugd hebben, ze zullen misschien niet allemaal overleven. Maar ze zullen groot worden in een na-oorlogse samenleving vol kansen, mogelijkheden, hernieuwde solidariteit en samenhang. Oorlog verbindt evenzeer als ze verwoest. Daarna. De samenleving zoals ze nu is, kan niet blijven bestaan en dat weet zelfs het kleinste kind. Er zijn debielen die denken dat ze iedereen te slim af zijn, door erg veel geld te hebben verdiend en denkbeeldige rijkdom te hebben opgebouwd. Maar een kogel is een kogel.

Laten we ons vooral klaarmaken. Laten we vooral denken aan wat wel en niet belangrijk is. Laten we vooral niet panikeren, maar aanvaarden wat er gaat komen en in alle sereniteit nadenken over wat onze waarden zijn. Dit is persoonlijk, intiem bijna. Wil ik een samenleving waarin materieel bezit en de bescherming daarvan (cfr. accent op defensie, terugschroeven van uitkeringen) de nadruk krijgen, of wil ik een samenleving waarin gevoelsmatige, menselijke accenten ((geestelijke) gezondheidszorg, onderwijs, kunst en cultuur) vooral veel ruimte krijgen? Zonder te oordelen, ook niet over zichzelf, moeten we allemaal een beetje “opruimen” in onze mentale huishouding. Wat wil ik. Wat wil ik voor mijn kinderen. En hoe kunnen we daar geraken.

Wat het antwoord ook is, verbind je dan met diegenen die dezelfde dingen willen. Veroordeel de mensen niet die andere dingen willen, want je weet niet wat hun verhaal is. Maar pijnig jezelf ook niet door je bloot te stellen aan zij die je pijn doen. Zorg voor jezelf, zorg voor mensen die je doen groeien. Je sociale netwerk is als een tuin. Soms moet je onkruid gaan uitdoen, en dan krijg je aarde onder je nagels en het duurt soms dagen voor je handen weer proper zijn. Dat hoort erbij. Soms is het vies. Maar het moet. Relaties en vriendschappen zijn niet elke dag mooi of proper. Dat wil niet zeggen dat je volledige planten of bomen zomaar ontwortelt en verbrandt. Sla niet in paniek als je, toen je het eventjes druk had, thuiskomt en plots een enorme wildgroei aan netels vindt. Haal adem, aanvaard dat netels de grond ook voeden. Trek ze geduldig uit en laat de dode stengels rustig in de grond zakken.
Niet alles wat sterft is zinloos.

Niet elke oorlog is zinloos. Wat heb ik een hekel aan die slogan. Omdat ze doet alsof er iets tegen te doen valt, in plaats van te aanvaarden dat de dood, geweld, folteringen, onrecht en kwellingen een deel van het menselijke bestaan zijn. Hell, het bestaan tout court. Het houdt ons een plicht voor om samen “te vechten” tegen oorlog, terwijl het gevecht juist helemaal niet naar de oplossing leidt.
Door te aanvaarden dat die gruwelen er zijn, valt men niet samen met het uitvoeren ervan. Integendeel. Men wordt er milder van, rustiger. Ik heb geen enkele behoefte om een andere mens moedwillig pijn te doen, nooit. Ik wens elke medemens, van welke religie of afkomst dan ook, een vredig leven toe vervuld van liefde en tijd om te doen wat ze graag doen. Ik heb er geen moeite mee om zelf eens iets op te offeren, om voor een andere mens de situatie beter te maken. Er gebeuren soms misverstanden, en dan volgen pijnlijke situaties en ook die overleeft men.
Sommige mensen lijken zich soms niet boven hun eigen tuin te willen verheffen en te kijken over het muurtje of hun buren ook alles hebben wat ze nodig hebben. Dat zegt iets over de ladder, niet over die mensen. Mensen zijn altijd het resultaat van hun omgeving, hun opvoeding, hun verhaal. Als de ladder niet toelaat dat mensen omhoog klimmen, dan houdt het op. Dan zijn we uit elkaar gegroeid, allemaal. Zelfs de minzaamste, vredelievendste mens heeft er een hand in gehad. Niemand kan de verantwoordelijkheid voor de uiteenval van onze verbondenheid, van zich af schuiven. Niemand.

Maar we moeten niet boos zijn, daarover. We moeten ons niet schuldig voelen, of naar elkaar wijzen “jij hebt nog minder meegewerkt aan die verbondenheid, dan ik”. We moeten rustig, dagelijks, denken aan wat we kunnen doen om het te verbeteren. Zelfs de grootste sukkelaar verliest hier zijn recht op medelijden; hier is geen uitzondering denkbaar.

Ik denk dat een hert dat in twee wordt gescheurd door een lynx op geen enkel moment bij zichzelf denkt, “als ik hem te pakken krijg, dan zal ik het hem betaald zetten, zie nu, mijn been is gebroken”. Het hert aanvaardt dat het niet snel genoeg liep, dat de lynx honger heeft.
Oorlog is een verschrikking, maar onlosmakelijk verbonden met de euforische economie die wij maar niet kunnen opofferen. Het evenwicht zal zich weldra moeten herstellen, noodgedwongen.
Misschien overleef ik zelf niet eens. Misschien is dat allemaal zo’n drama niet. Ik ben liever een hert dan Donald Trump.