Na anderhalf jaar vond ik het wel tijd voor een nieuwe foto. HELAAS niet zelf genomen, of ik was de gelukkigste mens ter wereld geweest. Wat een schitterend schouwspel!
Al lang voor ik naar Afrika reisde, was ik verzot op de hyena. Wat het was, wist ik pas toen ik ze zag huppelen in de savanne, en vooral toen ik merkte dat andere reizigers haar verwierpen, maar altijd al voelde ik me door haar gefascineerd. De leeuwen en de jachtluipaarden zijn ook mooie dieren, maar zij gingen veel sneller vervelen en de grote voorspelbaarheid van hun verhaal deed me afhaken.
Het was in de Ngoro-Ngorokrater in Tanzania dat we voor het eerst meerdere hyena’s bij elkaar zagen, die met elkaar interageerden en duidelijk voortdurend vanalles “van plan” waren. Fantastisch was het, om te zien hoe de hoofdjes op en neer gingen, hoe zij liepen en huppelden en dan rolden en dan weer sprongetjes maakten, hoe zij struisvogels plaagden om hun eieren te stelen. Hun kreetjes en wolfachtige gehuil heb ik tot diep in de nacht rondom de tent gehoord, en dat vervulde mij met geluk.
Ik vroeg regelmatig aan de rangers om ons mee te nemen naar de plekjes waar de hyena’s zaten, en mijn groepsgenoten vonden dat helemaal goed, maar hun reactie was gewoon anders dan de mijne. Waar ik mijn ogen uitkeek naar hun gedrag en hun grappige, eigenzinnige trekjes, werden zij door de anderen vooral verfoeid of uitgelachen. Het heeft tot na thuiskomst geduurd, toen ik de documentaires kon laten zien, voor zij geloofden dat hyena’s succesvolle, verstandige en sterke jagers zijn. Voor zover zij wisten waren hyena’s irritante, geniepige dieven die profiteerden van andermans jacht.
In Afrika ben ik ettelijke souvenirwinkels afgeschuimd, op zoek naar een beeldje van een hyena om mee naar huis te nemen. Toen ik in gesprek raakte met een Makonde beeldhouwer, legde hij me uit hoe dat kwam. Hij wilde zelfs geen hyena voor me houwen, zo sterk ingebakken is de overtuiging dat dit dier ongeluk brengt. Zij brengt de dood, het verdriet, zij staat symbool voor alle pijn die gepaard gaat met het leven.
En het was toen dat het tot me doordrong waarom de hyena weinig aandacht krijgt, waarom zij wordt gezien als de sukkelaar onderaan de voedselketen. Zij herinnert ons aan onszelf. Vooral de donkere kant van onszelf. In het hele dierenrijk is de hyena één van drie sociale diersoorten die doelmatig en bewust elkaar verminken, folteren of verstoten (de twee andere zijn dolfijnen en mensen). En inderdaad, hyena’s verjagen regelmatig een jachtluipaard om zijn buit te stelen. Want dat is gemakkelijk en efficiënt -en dat is vooral heel erg slim. Wanneer zij willen, jagen zij echter op buffels (ik heb ze gezien, dit zijn echt indrukwekkend grote dieren), olifanten of impala’s. Ze zijn niet heel groot, of heel snel, maar ze hebben het uithoudingsvermogen en de mentale doortastendheid van een echte overlever. Niemand heeft al gehoord van ‘de bedreiging van de hyena omwille van de ontbossing’. Zij past zich aan, aan alles. Ze is dapper, vindingrijk en ongelooflijk nieuwsgierig.
Onze eerste nacht midden in de Serengeti waren wij vanaf zonsondergang volledig omsingeld, hun neusjes in de lucht, hun gekke gilletjes van alle kanten komend. Ze wilden meteen gezien hebben wat er aan de hand was.
De hyena maakt zich niet populair door haar ongestructureerde manier van jagen, haar opportunistische levenswijze en vooral ook haar potsierlijke uiterlijk. Maar dat zie ik allemaal niet. Ik zie vooral een heel grappig dier, dat creatief en slim is, dat binnen de minuut een plan B kan beramen (hyena’s beramen voortdurend snode plannetjes, dat zie je in hun schuine oogjes) en dat onopgemerkt de savanne domineert. Elk minpunt getuigt ook van een geestigheid, een listigheid die niet kan bestaan zonder verstand.
De mens moet zelf ook een heel gemeen en opportunistisch “dier” geweest zijn, om het zo ver te kunnen schoppen. We hebben allerlei andere dieren doen uitsterven, zo vervelend waren wij, zo erg beroofden wij de andere dieren van hun ruimte.
Daarom zie ik de hyena juist graag, maar daarom lijken anderen haar te willen verstoten. Alsof het niet juist onze eigenheid is, om zwakheden te hebben.